Het totale aantal passagiers op de vijf grootste Europese luchthavens ligt nog altijd onder het niveau van voor de coronacrisis, ondanks een sterke groei in het afgelopen kwartaal. Dat meldt koepelorganisatie ACI Europe in zijn kwartaalrapportage. Het aantal passagiers op de grootste luchthavens nam in het derde kwartaal met bijna 15 procent toe ten opzichte van een jaar geleden. Het aantal bleef daarmee bijna 5 procent achter op het niveau van voor de pandemie, het derde kwartaal van 2019.
London Heathrow Airport verzekerde zijn toppositie als grootste Europese luchthaven tijdens het derde kwartaal. Het passagiersverkeer groeide daar in het afgelopen kwartaal met bijna 23 procent op jaarbasis. Londen overtrof daarmee ook voor het eerst weer het niveau van 2019, voornamelijk dankzij een sterke groei in september.
De luchthaven in Istanbul kwam op de tweede plaats, met een verschil van een kleine 200.000 passagiers met Heathrow. Het passagiersverkeer in Istanbul steeg met bijna 11 procent op jaarbasis en lag ruim 14 procent boven het niveau van voor de pandemie. De luchthaven Parijs-Charles de Gaulle stond op de derde plaats. Daar nam het aantal passagiers met 9,5 procent toe op jaarbasis, maar lag het aantal nog altijd ruim 12 procent onder het niveau van voor de pandemie.
Schiphol en Frankfurt Airport stonden respectievelijk op de vierde en vijfde plaats. Schiphol kende in het derde kwartaal een passagiersgroei van bijna 14 procent op jaarbasis, maar verwerkte nog altijd bijna 11 procent minder passagiers dan in het derde kwartaal van 2019. In Frankfurt nam het passagiersverkeer afgelopen kwartaal met bijna 17 procent toe op jaarbasis. Ten opzichte van het derde kwartaal van 2019 was dit nog altijd dik 14 procent minder.
In tegenstelling tot de vijf grootste luchthavens verwerkten regionale en kleinere Europese luchthavens wel weer meer passagiers dan voor de pandemie. Op bijna de helft van alle Europese luchthavens ligt het passagiersverkeer inmiddels weer op het niveau van 2019.