Navigatiespecialist TomTom heeft afgelopen kwartaal fors meer navigatiesystemen aan automakers verkocht. Dat kwam onder meer door het nieuwe kaartensysteem dat het bedrijf introduceerde. Tegelijkertijd merkte het bedrijf de gevolgen van het chiptekort in de sector. Daardoor werden minder auto's dan verwacht gebouwd.
Het afgelopen jaar ontstond door de grote vraag naar producten als computers en mobiele telefoons voor thuiswerkers, servers voor datacenters en spelcomputers voor mensen die tijdens een lockdown op zoek waren naar vertier de vraag naar chips aanzienlijk. Dat leidde ertoe dat de makers van de chips de vraag niet aankonden en automakers waren daarvan dit jaar als eerste de dupe. Verscheidene fabrikanten moesten hun productie al gedeeltelijk stilleggen vanwege het chiptekort
TomTom verwacht nu het merendeel van de omzet pas in de tweede jaarhelft te behalen. Het bedrijf past zijn verwachtingen voor de omzet niet aan en rekent nog steeds op verkopen van tussen de 520 miljoen en 570 miljoen euro.
De omzet in het eerste kwartaal was 131,2 miljoen euro, gelijk aan de eerste drie maanden van vorig jaar. De zakelijke tak, die navigatiediensten levert aan automakers en diensten aan vlootbeheerders, groeide daarbij. De consumententak werd minder groot en was nog maar goed voor zo'n vijfde van de omzet. Dat was een jaar eerder nog haast een derde. TomTom wijst daarvoor naar coronamaatregelen waardoor mensen minder mogen reizen, maar ook niet naar de winkel kunnen om de TomTom-systemen in het echt te zien.
De afname van het aandeel van de consumententak was niet alleen maar slecht nieuws. Op de zakelijke producten verdient TomTom meer. Daarnaast sneed het bedrijf in de kosten. Die waren echter nog altijd hoger dan de omzet, waardoor onder de streep een verlies van 11,5 miljoen euro resteerde. Vorig jaar was dat in het eerste kwartaal nog 62,8 miljoen euro.