Minister Cora van Nieuwenhuizen wil dat Europese landen garant gaan staan voor vouchers die luchtvaartmaatschappijen momenteel bij wijze van uitzondering mogen uitgeven ter compensatie van een geannuleerde vlucht. Dat meldt zij aan de Tweede Kamer, waar D66 vragen over de kwestie had gesteld.
Passagiers hebben volgens EU-regels recht op een vervangende vlucht, of terugbetaling van de ticketprijs binnen zeven dagen, als hun vlucht wordt geannuleerd. Maar omdat het vliegverkeer door de coronacrisis vrijwel is stilgevallen, dreigt die verplichting veel luchtvaartmaatschappijen in problemen te brengen.
De mogelijkheden tot omboeken zijn zeer beperkt en een verplichte terugbetaling van alle tickets zou veel bedrijven financieel de nek omdraaien. Van Nieuwenhuizen wijst erop dat alleen al Air France-KLM volgens analisten zo'n 3 miljard euro aan terug te betalen opbrengsten op de balans heeft staan.
Daarom knijpen veel landen, waaronder Nederland, een oogje toe als luchtvaartmaatschappijen vouchers geven in plaats van cash. Zij kunnen terugbetaling daarmee maximaal een jaar uitstellen. Klanten lopen wel het risico met lege handen te staan bij een faillissement. Van Nieuwenhuizen noemt dat "een punt van zorg".
Behalve een garantstelling voor vouchers die nu worden uitgegeven, wil Van Nieuwenhuizen voor de langere termijn een Europees garantiefonds voor vliegtickets. Dat moet wat haar betreft gevuld worden door passagiers, die daarvoor een opslag op de ticketprijs gaan betalen.
Niet alleen voor reizigers maar ook voor luchtvaartmaatschappijen is zo'n permanente oplossing volgens de minister belangrijk. "Het is niet ondenkbaar dat mensen nu huiverig zijn om vliegtickets te kopen. Het vertrouwen van mensen kan worden versterkt door hen meer bescherming te bieden."