Het moederbedrijf van modemerken als Christian Dior en Louis Vuitton heeft vorig jaar een recordjaar gehad. LVMH, dat ook drankenmerken als champagne van Moët & Chandon en cognac van Hennessy bezit, deed het in het laatste deel van het jaar vooral goed met mode. Ook de juwelierstak deed het goed door de overname van Tiffany's.
Vooral in Azië en de Verenigde Staten trok de vraag sterk aan nadat in 2020 een deel van de luxesector het moeilijk had gehad. De drankentak had toen goede zaken gedaan, maar mode, make-up en juwelen werden een deel van dat jaar minder verkocht. Vorig jaar was er daarom veel sprake van inhaalvraag naar dat soort producten.
De grootste groei op eigen kracht zat bij de tak die mode en lederwaren verkoopt. Die zette haast de helft meer om. De juwelen- en horlogedivisie met merken als Chaumet, Bulgari en TAG Heuer bleef op eigen kracht niet ver achter. Door de overname van juweliersketen Tiffany verdubbelde de omzet hier uiteindelijk ruim.
Dat leidde tot een omzetgroei van 44 procent tot 64,2 miljard euro. Daarmee deed LVMH het ook 20 procent beter dan in 2019, het laatste jaar voor de coronacrisis. De winst was ruim het dubbele van 2020 en kwam uit op 12 miljard.
Ten opzichte van 2019 zijn alleen de divisies die in parfum en cosmetica en de winkelactiviteiten zoals cosmeticaketen Sephora en het Parijse warenhuis Le Bon Marché niet op niveau. Die hebben nog te maken met winkelsluitingen en achterblijvend toerisme.
LVMH heeft ook nog media in bezit als de Franse krant Le Parisien en zakenmedia Les Echos en Investir, maar ook bijvoorbeeld de Nederlandse jachtenbouwer Royal Van Lent en de Milanese tearoom Cova.