De westerse plannen om een prijsplafond in te stellen voor de export van Russisch olie- en gas zijn gedoemd om te mislukken. Dat schreef de voorzitter van het Russische lagerhuis in een bericht op Telegram. Volgens Vjatsjeslav Volodin zal een prijsplafond juist zorgen voor hogere in plaats van lagere prijzen.
"De wereldmarkt is niet beperkt tot zeven landen," zei hij. "De door het Westen aangekondigde minimumprijs zal de ondergrens worden." Volodin schreef verder dat landen zich bewust zijn geworden van hun afhankelijkheid van Russische energie. Pogingen om de olie- en gasimport uit het land te vervangen mislukten. Daarbij lukt het de landen ook niet meer om "goedkoop" brandstof uit Rusland in te slaan, stelt hij.
De landen van de G7 kondigden vorige week plannen aan om een prijsplafond in te stellen voor de Russische olie-export. Daarmee willen de grote industrielanden ervoor zorgen dat Moskou minder verdient aan de verkoop van fossiele brandstoffen. Als die inkomsten minder worden, zou Rusland zijn oorlog in Oekraïne ook minder goed kunnen financieren.
Het instellen van een prijsplafond is een inbreuk op de vrije markt. Het idee is om financiële diensten, verzekeringen en het verschepen van olieladingen te koppelen aan het prijsplafond. Als een verlader of importeur van Russische olie deze diensten zou willen afnemen, zou deze zich aan een vastgestelde maximumprijs moeten verplichten. Tankers die bijvoorbeeld olie vervoeren uit Rusland die is verkocht boven de vastgestelde prijs zullen geen verzekeraar meer kunnen vinden, omdat die niet mogen verzekeren. Veel van de huidige tankers dekken zich momenteel in tegen milieurampen of andere problemen via de Britse verzekeringsmarkt.
De Russische president Vladimir Poetin waarschuwde eerder al dat Rusland geen olie, gas, kolen en andere brandstofproducten meer zal leveren aan landen die prijsplafonds voor Russische grondstoffen invoeren. De hoogte van het prijsplafond moet ook nog worden bepaald.