Navigatiedienstverlener TomTom is er in de eerste drie maanden van dit jaar in geslaagd een nettowinst te boeken, na periodes van verliezen die daar aan vooraf gingen. De navigatietechnologie van het Nederlandse bedrijf won marktaandeel onder autofabrikanten, die ook nog eens meer wagens produceerden. Tegelijkertijd profiteerde TomTom van kostenbesparingen als gevolg van een eerdere reorganisatie, die honderden medewerkers hun baan kostte.
De omzet steeg met 10 procent tot bijna 141 miljoen euro, waarbij navigatietechnologie voor de auto-industrie ruim een derde meer opbracht dan een jaar eerder. De verkoop van TomToms aan particulieren, een tak die al jaren gestaag krimpt, leverde iets minder op. De nettowinst kwam uit op 3 miljoen euro, terwijl in dezelfde periode vorig jaar nog een negatief resultaat van 21,5 miljoen euro de boeken in ging.
Het is de eerste keer sinds het tweede kwartaal van 2019 dat TomTom netto weer een winst weet te boeken. Financieel topman Taco Titulaer zegt dat dit resultaat voor een deel te danken is aan de gedaalde kosten na de "herschikking" van de afdeling die kaarten ontwikkelt. Het gros van de circa vijfhonderd banen die TomTom schrapte verdween bij dit onderdeel, omdat het bedrijf veel van dit werk heeft geautomatiseerd.
TomTom stond ooit synoniem voor de fysieke navigatiekastjes voor automobilisten die het bedrijf maakte, maar die tak kwam onder druk te staan door de populariteit van de gratis kaartendienst van Google. Het meeste geld verdient TomTom nu door zijn kaartentechniek te verkopen aan autoproducenten die de TomTom-kaarten in het infotainmentsysteem verwerken. Daarnaast levert het bedrijf ook data en software aan andere technologiebedrijven. Zo meldt TomTom in het kwartaalbericht de ontwikkelaar van een app voor vrachtwagenchauffeurs, het Duitse PTV, te hebben gestrikt als afnemer van zijn softwarepakket met navigatiediensten.