Nederland krijgt dit jaar waarschijnlijk flink meer buitenlandse toeristen over de vloer dan vorig jaar. Het Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen (NBTC) verwacht afgerond bijna 21 miljoen internationale gasten. Dat zou neerkomen op een toename van 30 procent. Vooral Duitsers weten ons land vaker te vinden, volgt uit de nieuwe prognoses die de organisatie maandag naar buiten brengt.
Naar verwachting komen er dit jaar zo'n 7 miljoen Duitse gasten naar Nederland, voor vakantie of voor een zakenreis. Dat zijn er meer dan ooit en 13 procent meer dan in 2019, het laatste jaar voor de coronapandemie. Eerder dit jaar kwam ook al uit onderzoek door ABN AMRO naar voren dat het aantal Duitse toeristen dat naar Nederland komt voor vakantie de afgelopen jaren flink is gestegen. Zo was het aantal vakantievierende Duitsers in ons land in de eerste vijf maanden van dit jaar volgens de bank ruim verdubbeld ten opzichte van dezelfde periode tien jaar geleden.
Door de opmars van de Duitsers verwacht het NBTC over de gehele linie ook meer buitenlandse gasten in Nederland dan voor corona. Maar uit verschillende andere landen blijft de bezoekersstroom nog wel achter. Zo zou het herstel uit het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld veel langzamer op gang zijn gekomen doordat de Britten nog lang last hadden van de gevolgen van in- en uitreisbeperkingen. Dit geldt ook voor een land als China waar de reisbeperkingen pas sinds begin van het jaar opgeheven zijn.
Volgens de voorspellingen blijft het aantal Nederlanders dat in eigen land op vakantie gaat dit jaar met bijna 29 miljoen stabiel. Dit aantal was in de voorbije jaren al flink gestegen. Tezamen met de buitenlandse gasten betekent dit wel dat er bijna 50 miljoen mensen onderdak nodig hebben in hotels, campings en andere accommodaties, waarschuwt het NBTC. En zij zullen ook op andere manieren gebruikmaken van allerlei faciliteiten. Volgens de organisatie heeft dat bredere maatschappelijke consequenties.
"De aanhoudende groei van inkomend én binnenlands bezoek laat zien dat we ruimte zullen moeten creëren voor recreatie en toerisme. Niets doen is geen optie meer", zegt NBTC-directeur Jos Vranken. Hij doelt daarmee ook op wat hij noemt "mentale ruimte om te zorgen dat bepaalde gebieden leefbaar blijven en bewoners geen overlast ervaren van bezoekers". Daarom is het volgens hem belangrijk dat de toerismesector "een plek krijgt aan tafels waar de ruimtelijke opgaven besproken worden".