Nederland krijgt 101 miljoen euro terug over de EU-begroting van 2020. Dat meldt demissionair minister Wopke Hoekstra (Financiën) in een brief aan de Tweede Kamer.
De meevaller is het gevolg van een begrotingsoverschot voor de hele EU van afgerond 1769 miljoen euro. De uitgaven vorig jaar vielen circa 121 miljoen euro lager uit dan was begroot, onder meer omdat er vanwege de coronamaatregelen minder fysiek in Brussel werd vergaderd. De inkomsten uit invoerrechten, boetes en rente op late betalingen waren juist ongeveer 1647 miljoen euro hoger dan verwacht.
Voor Nederland leidt het begrote teveel tot 101 miljoen euro lagere afdrachten in 2021. Formeel moeten alle lidstaten en het Europees Parlement instemmen met de definitieve cijfers, maar dat zal naar verwachting in juni zijn afgestempeld. De meevaller wordt volgens Hoekstra bij het "eerstvolgende begrotingsmoment op de begroting van Buitenlandse Zaken verwerkt".
Nederland krijgt wel vaker geld terug uit Brussel, maar kreeg in de afgelopen jaren ook een aantal keer een flinke naheffing. Nederland is nettobetaler aan de EU, wat wil zeggen dat er meer geld wordt afgedragen dan dat er terugkomt in de vorm van bijvoorbeeld subsidies.