Nederland en België hebben een principeovereenkomst gesloten over het grensoverschrijdende vervoer en de permanente opslag van CO2. Minister Micky Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat) zette in de marge van het koninklijk staatsbezoek aan België in Antwerpen haar handtekening onder een zogeheten Memorandum of Understanding (MoU). Er zal onder meer worden gekeken naar de mogelijkheden om CO2 op te slaan in lege gasvelden in de Noordzee.
Beide landen willen de industrie verduurzamen door grensoverschrijdend transport van CO2 tussen havens en industrie mogelijk te maken, zoals in Antwerpen, Gent, Rotterdam en Zeeland. Het geavanceerde technologische proces van vervoer en opslag staat bekend als Carbon Capture and Storage (CCS). Door de CO2 permanent onder de grond of in lege olie- en gasvelden op te slaan komt die niet in de atmosfeer terecht en draagt het gas niet bij aan het broeikaseffect.
"Het transport en de opslag van CO2 is geen doel op zich. Het is een van de manieren om onze industrie te verduurzamen en om CO2 te reduceren", verklaart minister Adriaansens. "Dat is van belang voor de klimaatdoelstellingen en de economie. Industriële clusters in bijvoorbeeld Antwerpen en Rotterdam hebben grote economische waarde en staan in hoog aanzien. Door in te zetten op schone industrie kunnen we wereldwijd koploper blijven. Daar trek ik graag samen met België op."
Het kabinet werkt aan beleid voor de marktordening van de CCS-infrastructuur. De aanleg en exploitatie van infrastructuur is in principe aan bedrijven en marktpartijen onderling, maar ook (semi-)publieke partijen zoals havens en netbeheerders dragen bij, aldus het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK). De projecten komen in aanmerking voor subsidies.