Nederland en een vijftal andere EU-landen komen in het geweer tegen versoepeling van de staatssteunregels voor bedrijven in de Europese Unie. Ze vrezen dat de Europese Commissie te veel de oren laat hangen naar landen als Frankrijk en Duitsland die hun industrie willen versterken.
De Brusselse staatssteunregels, die moeten voorkomen dat overheden hun eigen bedrijven bevoordelen en daarmee de vrije concurrentie verstoren, zijn vorig jaar tijdelijk versoepeld om bedrijven door de coronacrisis te helpen. Maar in de EU gaan steeds meer stemmen op om ze blijvend te verruimen. Grote industrielanden zien met spijt dat Europese bedrijven het afleggen tegen Chinese en Amerikaanse rivalen en willen de voorwaarden scheppen voor 'Europese kampioenen'. Het streven naar het robuuster maken van de economie moet voortaan bijvoorbeeld meewegen in het mededingingsbeleid, vinden zij.
Nederland voelt traditioneel weinig voor zulke industriepolitiek en komt nu met vijf bondgenoten in verzet. "Versoepeling van de regels is niet de juiste manier om de uitdagingen het hoofd te bieden", schrijven minister Stef Blok van Economische Zaken en collega's uit Denemarken, Zweden, Finland, Ierland en Roemenië in een opiniestuk. Dat kan de werking van de Europese markt schaden en bijvoorbeeld een subsidiewedloop ontketenen, vrezen ze.
De Europese Commissie, waarin dezelfde strijd woedt met de Deense mededingingscommissaris Vestager en de Fransman Breton als voornaamste tegenstanders, komt naar verwachting volgende week woensdag met voorstellen over de staatssteunregels. "We vragen de commissie om met ons op te trekken om deze regels zo sterk mogelijk te houden", zegt Blok.