Het Gerecht van de Europese Unie zet een streep door een oordeel van de Europese Commissie over een Nederlandse uitkering voor de kolencentrale Hemweg, nu in handen van Vattenfall. De kolencentrale kreeg 52,3 miljoen euro compensatie van de regering vanwege vervroegde sluiting in 2020, wat door Brussel werd goedgekeurd. Maar volgens het Gerecht kon de commissie zich hierover niet uitspreken zonder eerst vast te stellen of het om staatssteun ging. Nederland wilde hierover een principe-uitspraak omdat die relevant zou kunnen zijn voor andere compensatieregelingen.
Op 11 december 2019 verbood Nederland het gebruik van kolen voor de elektriciteitsproductie op uiterlijk 1 januari 2030 met de zogenaamde sluitingswet. Op dat moment waren er in Nederland vijf kolengestookte centrales: de Amercentrale, Eemshaven, Engie Maasvlakte, MPP3 en Hemweg.
De sluitingswet voorziet in een overgangsperiode van vijf tot tien jaar, maar niet voor Hemweg dat op 1 januari 2020 moest sluiten. Daarvoor compenseerde de regering het bedrijf met een uitkering van 52,3 miljoen euro. De Europese Commissie keurde de regeling goed maar daartegen maakte de Nederlandse regering bezwaar. Zij voerde onder meer aan dat het niet gaat om staatssteun en dat de commissie dus niet bevoegd was om zich uit te spreken. Daarin geeft het Gerecht Nederland dus gelijk. Het commissiebesluit is nietig verklaard.