De Nederlandse benzineprijs is de afgelopen weken nog verder opgelopen, nadat er begin deze maand al voor het eerst meer dan 2 euro per liter moest worden betaald. Inmiddels gaat de prijs richting de 2,10 euro per liter, komt naar voren uit gegevens van consumentencollectief UnitedConsumers.
De gemiddelde adviesprijs voor een liter E10 (Euro95) bedraagt nu 2,091 euro, meldt de organisatie die dagelijks adviesprijzen bijhoudt van vijf grote oliemaatschappijen. Naast de benzineprijs staan ook de prijzen voor lpg en diesel op recordhoogtes. Voor een liter lpg moet 1,120 euro worden neergeteld. Een liter diesel kost 1,754 euro.
Dat de prijzen de laatste tijd hard stijgen, komt door de opgelopen olieprijs. Nu de wereldeconomie herstelt van de coronacrisis neemt de vraag naar olie in rap tempo toe. Maar de capaciteit van olieproducenten is achtergebleven.
Pomphouders kunnen wel afwijken van de adviesprijzen van de oliesector. Automobilisten zijn doorgaans het duurst uit bij tankstations langs de snelweg. Volgens prijsvergelijker brandstof-zoeker.nl is het bij enkele goedkope pompen in de provincie Groningen nog steeds mogelijk om E10 voor 1,80 euro per liter te tanken.
De hoge olieprijzen zijn vooral voor afnemers van olie vervelend, voor de olieproducerende landen betekent het juist dat olievaten meer geld opleveren. Daarom kozen oliekartel OPEC en zijn bondgenoten waaronder Rusland er eerder deze maand voor om vast te houden aan bestaande plannen voor een geleidelijke maandelijkse verhoging van de olieproductie. Ze wilden hun productie dus niet extra snel gaan opschroeven.