Nederlandse industriebedrijven produceerden in februari in doorsnee 2 procent minder dan een jaar eerder, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het was de tweede maand op rij dat de industriële productie op jaarbasis een krimp liet zien.
De verschillen tussen industriële bedrijfstakken waren groot. Zo ging vooral in de chemische industrie de productie achteruit, terwijl bedrijven die zich bezighouden met vervoersmiddelen nog hard groeiden. In vergelijking met de voorgaande maand produceerde de Nederlandse industrie wel meer. Dan gaat het om een stijging van 0,4 procent. Ondernemers in de sector kijken ook wat positiever vooruit. Ze verwachten het drukker te krijgen en zijn minder pessimistisch over hun voorraden.
Daarbij speelt ook mee dat ondernemers in de Duitse industrie, die in februari 1,7 procent groeide, minder somber zijn geworden. Duitsland is een belangrijke afzetmarkt voor de Nederlandse industrie.
Onlangs merkte de Nederlandse Vereniging van Inkoopmanagers (Nevi) nog dat de bedrijvigheid in de Nederlandse industrie behoorlijk leek afgenomen als gevolg van een zwakke vraag. ABN AMRO-sectoreconoom Albert Jan Swart meldde in een toelichting daarbij een verband met de gestegen rente. Daardoor is financiering via bijvoorbeeld leningen duurder geworden voor bedrijven. Swart vreesde dat als de vraag in de komende maanden niet aantrekt, dit de productie van de Nederlandse industrie onder druk zal blijven zetten.