De aandelenbeurs in Tokio is woensdag opnieuw licht lager gesloten. Beleggers reageerden op de inflatiecijfers uit China, waar de producentenprijzen in mei sterker dan verwacht stegen en de consumentenprijzen iets minder hard toenamen dan gevreesd. Ook verhoogde de Wereldbank de groeiverwachting voor de wereldeconomie voor dit jaar tot 5,6 procent. In januari werd nog gerekend op een economische groei van 4 procent in 2021.
De toonaangevende Nikkei in Tokio eindigde uiteindelijk 0,3 procent in de min op 28.872,50 punten. Beleggers namen weinig risico in afwachting van het belangrijke Amerikaanse inflatiecijfer, dat donderdag verschijnt. Dat cijfer bepaalt mogelijk hoe snel het stimuleringsbeleid in de VS wordt afgebouwd. Ook werden wat winsten genomen in de sterk gestegen aandelen van Japanse zeetransportbedrijven en chipondernemingen.
Eisai bleef daarentegen profiteren van het nieuws dat het Alzheimermedicijn van de Japanse farmaceut en zijn Amerikaanse partner Biogen is goedgekeurd in de Verenigde Staten. Het aandeel bereikte voor de tweede dag op rij de toegestane dagelijkse stijgingslimiet van zo'n 19 procent.
De beurs in Shanghai noteerde tussentijds 0,2 procent in de plus en de Hang Seng-index in Hongkong daalde 0,2 procent. Uit cijfers van de Chinese overheid bleek dat de producentenprijzen vorige maand met 9 procent zijn gestegen door de sterke opmars van de grondstofprijzen. Het was de sterkste prijsstijging sinds september 2008. De consumentenprijzen namen met 1,3 procent toe. Dat de prijzen voor consumenten minder hard oplopen dan de prijzen die fabrikanten vragen, duidt erop dat winkelbedrijven het nog niet aandurven de stijgende kosten door te berekenen.