De Japanse aandelenbeurs is vrijdag met een kleine winst geëindigd. Beleggers trokken zich na drie verliesbeurten op rij op aan het herstel op Wall Street. De stemming bleef wel voorzichtig na de dreiging van de Amerikaanse president Donald Trump om alle banden met China te verbreken. Trump geeft China de schuld van het coronavirus en vindt dat het land te weinig heeft gedaan om de virusuitbraak in te dammen.
De Nikkei in Tokio ging uiteindelijk 0,6 procent hoger het weekeinde in op 20.037,47 punten. De Japanse hoofdindex verloor deze week 0,7 procent. Het was het eerste weekverlies in drie weken tijd. De Japanse chipbedrijven Tokyo Electron en Advantest waren in trek na de stevige koerswinsten onder de Amerikaanse branchegenoten. Vastgoedbedrijf Mitsubishi Estate zakte daarentegen 8,8 procent. Het bedrijf voorziet een winstdaling van bijna 26 procent in het huidige boekjaar en verlaagde zijn dividendverwachting.
In Taipei dikte TSMC 1,7 procent aan. De Taiwanese halfgeleiderfabrikant, die levert aan techgiganten als Apple en Huawei, overweegt om een chipfabriek te bouwen in de Amerikaanse staat Arizona. Met de stap willen de Taiwanezen hun toelevering aan de Amerikaanse markt veiligstellen.
De beursgraadmeter in Shanghai noteerde tussentijds 0,1 procent in de plus. Op macro-economisch vlak bleek dat de Chinese industriële productie in april met 3,9 procent is gestegen. Dat was sterker dan economen hadden voorzien en het was de eerste stijging van het cijfer dit jaar. De Chinese winkelverkopen lieten afgelopen maand echter een sterker dan verwachte daling zien van 7,5 procent. In Hongkong steeg de Hang Seng-index 0,2 procent en de Kospi in Seoul won ook 0,2 procent. De Australische All Ordinaries in Sydney kreeg er 1,1 procent bij.