De aandelenbeurs in Japan is vrijdag met verlies geëindigd. Een verzwakking van de Chinese yuan wakkerde de zorgen aan over de stabiliteit van de Chinese economie en de impact van het handelsconflict op de op een na grootste economie ter wereld. In de loop van de dag trok de Chinese munt echter weer aan ten opzichte van de Amerikaanse dollar en veerden de meeste beurzen weer op.
De Nikkei-index in Tokio ging uiteindelijk 0,3 procent lager het weekeinde in op 22.697,88 punten. De Japanse hoofdindex won deze week 0,4 procent. Vooral de staalbedrijven hadden te lijden onder de handelszorgen en werden van de hand gedaan. JFE Holdings zakte 1,5 procent, Kobe Steel verloor 2,3 procent en Nisshin Steel daalde 1,4 procent.
In Taiwan klom TSMC bijna 6 procent. De chipfabrikant boekte in het tweede kwartaal een hogere omzet en winst dan in dezelfde periode vorig jaar. TSMC haalde meer opdrachten binnen van technologiebedrijven Nvidia, Qualcomm en Huawei en wist daarmee de krimp op de markt voor cryptovaluta op te vangen.
Elders in het Verre Oosten wisten de beurzen te herstellen van de eerdere verliezen. In Hongkong stond de Hang Seng-index tussentijds 0,7 procent in de plus en de beurs in Shanghai klom 1,7 procent. De Kospi in Seoul won 0,3 procent en de All Ordinaries in Sydney steeg 0,4 procent.