De effectenbeurs in Japan ging vrijdag licht lager de week uit. Beleggers verwerkten de Japanse inflatiecijfers van december die in lijn lagen met de verwachtingen van economen. De kerninflatie, consumentenprijzen exclusief vers voedsel, ligt echter nog altijd ruim onder de doelstelling van de Bank of Japan.
De Nikkei in Tokio sloot uiteindelijk 0,2 procent lager op 23.631,88 punten. Het was de derde verliesbeurt op rij. De hoofdindex die deze week de hoogste stand in 26 jaar bereikte, zakte op weekbasis 0,8 procent. Bij de bedrijven klom Fujitsu 1,2 procent. Het technologieconcern voert gesprekken over de verkoop van zijn mobiele telefoon-activiteiten aan investeringsbedrijf Polaris Capital Group.
De Japanse exportbedrijven lieten een gemengd beeld zien ondanks een lichte daling van de yen ten opzichte van de dollar. Automaker Nissan, die veel omzet buiten Japan haalt, won 1,1 procent, terwijl chiptester Advantest bijna 4 procent inleverde.
Op de andere beurzen in het Verre Oosten werden wel winsten geboekt. De Hang Seng-index in Hongkong noteerde tussentijds 1,6 procent in de plus en de beurs in Shanghai won 0,3 procent. De Kospi in Seoul steeg 0,3 procent. De Zuid-Koreaanse automaker Hyundai zakte 3,8 procent na tegenvallende resultaten. In Sydney was de beurs gesloten vanwege een nationale feestdag.