De Japanse aandelenbeurs is vrijdag opnieuw met een kleine min geëindigd. Het was de derde verliesbeurt op rij. Beleggers namen weinig risico voorafgaand aan het lange weekeinde in Japan. Een recordstijging van het aantal binnenlandse coronabesmettingen wakkerde daarbij de vrees aan voor strengere maatregelen in het land om de verspreiding van het virus af te remmen.
De toonaangevende Nikkei in Tokio sloot uiteindelijk 0,4 procent lager op 25.527,37 punten. De Japanse hoofdindex boekte desondanks deze week een kleine winst. Maandag zijn de financiële markten in Tokio gesloten vanwege een nationale feestdag. Bij de bedrijven maakte Hitachi Metals een koerssprong van bijna 10 procent. Volgens zakenkrant Nikkei is moederbedrijf Hitachi begonnen met het accepteren van biedingen op zijn belang in de fabrikant van metalen.
Op macro-economische terrein bleek dat de Japanse consumentenprijzen in oktober op jaarbasis in het snelste tempo zijn gedaald in bijna tien jaar. Ook de bedrijvigheid in de Japanse industrie liet in november voor de negentiende maand op rij een krimp zien. De cijfers onderstrepen volgens economen de fragiele aard van het economische herstel in Japan van de coronacrisis.
De andere beursgraadmeters in de Aziatische regio lieten een gemengd beeld zien. De beurs in Shanghai noteerde tussentijds 0,2 procent in de plus. De Chinese centrale bank hield zijn belangrijkste rentetarieven voor de zevende maand op rij onveranderd. De Hang Seng-index in Hongkong klom 0,3 procent en in Seoul bleef de Kospi vrijwel vlak. De Australische All Ordinaries in Sydney verloor 0,1 procent.