De aandelenbeurs in Tokio staakte donderdag de opmars van de afgelopen dagen. Beleggers grepen de zorgen over een vertraging van het economisch herstel door de snelle opkomst van de Delta-variant van het coronavirus aan om winst te nemen, na de rally die volgde op het aangekondigde vertrek van de Japanse premier Yoshihide Suga. Ook werd uitgekeken naar het rentebesluit van de Europese Centrale Bank, dat later op de dag bekend wordt gemaakt.
De Nikkei in Tokio eindigde 0,6 procent in de min op 30.008,19 punten. De hoofdindex is bijna 6 procent gestegen sinds afgelopen vrijdag en bereikte het hoogste niveau in zes maanden tijd. Premier Suga liet toen weten zich niet verkiesbaar te stellen als leider van de Liberaal-Democratische Partij (LDP). Dit wakkerde de hoop aan dat zijn opvolger meer zal doen om de economie aan te jagen.
Energiebedrijf Tokyo Electric Power maakte een koerssprong van 11 procent. De Japanse minister Taro Kono, die verantwoordelijk is voor het vaccinatieprogramma in het land, verklaarde het gebruik van kernenergie voorlopig toe te staan. Kono wordt gezien als een mogelijke opvolger van premier Suga en staat bekend als een felle tegenstander van kernenergie. Tokyo Electric Power, ook wel bekend als TEPCO, is onder meer eigenaar van de kerncentrale Kashiwazaki Kariwa, die in 2007 werd getroffen door een aardbeving, en van de kerncentrale Fukushima, die in 2011 werd getroffen door de zeebeving en tsunami.
In Hongkong zakte de Hang Seng-index tussentijds 2 procent. Tencent en Netease verloren 6 en 7 procent. De twee Chinese gamebedrijven werden samen met andere sectorgenoten opnieuw op het matje geroepen door de autoriteiten. Peking besloot eind augustus al dat tieners in totaal nog maar drie uur per week online mogen gamen. Nu willen de beleidsmakers dat de gamebedrijven seks en geweld uit hun spellen weren.
De beurs in Shanghai daalde 0,1 procent. Uit cijfers van de Chinese overheid bleek dat de consumentenprijzen in augustus met 0,8 procent zijn gestegen. Dat was iets minder dan de inflatie van 1 procent in juli. De prijzen die producenten rekenen voor hun goederen namen met 9,5 procent toe, na een plus van 9 procent in juli. Dat kwam vooral door de sterk gestegen kosten voor ruwe materialen. Het was de sterkste prijsstijging in dertien jaar.