De Japanse effectenbeurs is woensdag opnieuw met een flink verlies de dag uitgegaan. De politieke problemen in Italië en de angst voor een nieuwe eurocrisis zorgden wereldwijd voor onrust op de beurzen. Beleggers zochten massaal hun heil in veilige havens zoals Amerikaanse staatsobligaties en de Japanse yen.
De Nikkei in Tokio ging 1,5 procent omlaag en sloot op 22.018,52 punten. De hoofdindex bereikte tussentijds het laagste niveau in zes weken. Net als elders in de wereld gingen vooral de banken en verzekeraars in de uitverkoop. De verzekeraars Sompo Holdings en Dai-ichi Life Holdings daalden tot 2,8 procent. De banken Mitsubishi UFJ Financial Group en Sumitomo Mitsui Financial Group verloren 3,4 procent en 1,8 procent.
De Japanse exportbedrijven kampten met de duurdere yen. De autobouwers Toyota en Mazda, die veel voertuigen verkopen in het buitenland, daalden 1,9 procent en 2,1 procent. Computerspelletjesmaker Nintendo (plus 4,3 procent) ontsnapte aan de negatieve teneur na aankondiging van drie nieuwe Pokémon-spellen voor de spelcomputer Switch.
Op de andere beurzen in het Verre Oosten werden eveneens flinke verliezen geleden. De Hang Seng-index in Hongkong noteerde tussentijds 1,4 procent in de min en de beurs in Shanghai verloor 1,6 procent. De All Ordinaries in Sydney leverde 0,5 procent in.
De Kospi in Seoul ging 1,8 procent achteruit. Zwaargewicht Samsung Electronics zakte bijna 3 procent na berichten dat verzekeraar Samsung Life Insurance zijn belang in het technologieconcern gaat verkopen.