De aandelenbeurs in Tokio is donderdag met verlies gesloten. Tegenvallende vooruitzichten van enkele grote Japanse technologiebedrijven wakkerden een brede verkoopgolf aan. Sterke bedrijfsresultaten in de chipsector boden daarbij enig tegenwicht. Beleggers verwerkten daarnaast het rentebesluit van de Bank of Japan.
De Japanse centrale bank handhaafde het omvangrijke stimuleringsbeleid, maar verlaagde de verwachtingen voor de economische groei en de inflatie voor dit jaar. De Bank of Japan geeft daarmee een signaal af voorlopig niet te beginnen met de afbouw van het steunbeleid om de inflatie, die in veel andere grote economieën hard oploopt, te beteugelen.
De hoofdindex in Tokio, de Nikkei 225, eindigde 1 procent in de min op 28.820,09 punten. Fanuc, een zwaarwegend bedrijf in de Nikkei, kelderde ruim 8 procent. De robotmaker verlaagde zijn prognoses vanwege de tekorten aan chips en andere onderdelen. Ook de Japanse fabrikant van computers en consumentenelektronica Fujitsu kwam met tegenvallende vooruitzichten en werd dik 8 procent lager gezet.
De Japanse chiptoeleverancier Shin-Etsu Chemical (plus 1,7 procent) en de maker van chipapparatuur Screen Holdings (plus 8,7 procent) deden daarentegen goede zaken dankzij de wereldwijde chiptekorten en kwamen met sterke kwartaalcijfers. Branchegenoten Tokyo Electron en Advantest dikten 2 en 4,6 procent aan.
De andere aandelenmarkten in de Aziatische regio gingen eveneens overwegend omlaag. De beursgraadmeter in Shanghai noteerde tussentijds 1,1 procent lager en de Hang Seng-index in Hongkong bleef vrijwel vlak. Vooral de oliebedrijven stonden onder druk door een terugval van de sterk gestegen olieprijzen. De Chinese olieproducent PetroChina zakte bijna 6 procent in Hongkong. Ook in Australië verloren de oliebedrijven terrein. Beach Energy verloor 2,8 procent en de All Ordinaries, de hoofdindex in Sydney, daalde 0,3 procent.