De Japanse autofabrikanten Nissan en Honda hebben hun winst- en omzetverwachtingen voor de lopende boekjaren verhoogd, geholpen door sterke verkopen wereldwijd. Ook de goedkopere yen stuwt de resultaten.
De concerns waarschuwen wel allebei dat hevige prijsconcurrentie in China voor uitdagingen zorgt. "Op de Chinese markt gaat de buitensporige prijsconcurrentie door, met de komst van nieuwe autofabrikanten op de markt", zegt Makoto Uchida, topman van Nissan.
Daar staat tegenover dat de Japanse yen de afgelopen maanden scherp is gedaald. Dat komt omdat de Bank of Japan vasthoudt aan een zeer soepel monetair beleid om de economie te stimuleren. Een goedkopere yen is gunstig voor Japanse exporteurs, omdat het hun producten in het buitenland goedkoper maakt.
Honda verwacht nu dat de winst in zijn boekjaar, dat loopt tot eind maart, uitkomt op 930 miljard yen (zo'n 5,8 miljard euro). Eerder ging het bedrijf uit van 800 miljard yen. Ook de omzet werd flink opgeschroefd. Nissan verhoogde zijn winstverwachting voor dezelfde periode met 50 miljard yen tot 390 miljard yen.
Nissan voorziet dat sterke verkopen in Noord-Amerika, Europa en Japan waarschijnlijk de dalingen in China zullen compenseren. "Onze prestaties in de eerste zes maanden herstelden zich enorm", aldus Uchida.
Japanse autofabrikanten verloren de afgelopen jaren marktaandeel op belangrijke markten, deels door de trage introducties van nieuwe volledige elektrische modellen. De Japanners hebben zich lange tijd alleen maar beziggehouden met de ontwikkeling van hybride-auto's, met zowel een elektrische motor als een verbrandingsmotor.