Nobelprijs voor Economie naar onderzoek rond veilingtheorie

12 okt 2020, 12:25 Zakelijk
nobelprijs voor economie naar onderzoek rond veilingtheorie
ANP
De Nobelprijs voor de Economie gaat dit jaar naar Paul Milgrom en Robert Wilson. De Amerikaanse economen krijgen de prestigieuze onderscheiding voor hun baanbrekende onderzoek op het vlak van de zogeheten veilingtheorie. Dat maakte de Zweedse Koninklijke Academie voor de Wetenschappen maandag in Stockholm bekend.
Onderzoek rond veilingtheorie houdt zich bezig met hoe mensen handelen op veilingmarkten. Milgrom en Wilson hebben onder meer nieuwe veilingformats bedacht. "De nieuwe veilingformats zijn een mooi voorbeeld van hoe fundamenteel onderzoek voor uitvindingen kan zorgen die de samenleving ten goede komen", staat in een toelichting op de toekenning van de prijs.
"Veilingen zijn overal en beïnvloeden ons dagelijks leven", aldus de Academie. Vroeger ging een product naar de hoogste bieder of kocht men een product dat het goedkoopst was, maar tegenwoordig worden objecten die "astronomische bedragen waard zijn" vaak in veilingen verkocht, legt de Academie uit op de website.
De onderzoekers hebben een nieuw model bedacht voor het veilen van goederen en diensten die moeilijk op een traditionele manier verkocht kunnen worden, zoals radiofrequenties, visquota, tijdsperiodes waarbinnen vliegtuigen kunnen landen en emissierechten. Volgens de Academie komt deze nieuwe manier van veilen verkopers, kopers en belastingbetalers wereldwijd ten goede.
De Nobelprijs voor de Economie behoort niet tot de 'klassieke' prijzen die grondlegger Alfred Nobel (1833-1896) had voorzien. De onderscheiding is een initiatief van de Zweedse centrale bank en wordt sinds 1969 uitgereikt. In dat jaar deelde de Nederlander Jan Tinbergen de prijs met zijn Noorse collega Ragnar Frisch. De laureaten winnen dit jaar samen 10 miljoen Zweedse kroon, omgerekend iets minder dan 1 miljoen euro.