Nobelprijswinnaar en voormalig hoofdeconoom van de Wereldbank Paul Romer is kritisch op topvrouw Kristalina Georgieva van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Zij wordt ervan beschuldigd dat ze vroeger als topbestuurder van de Wereldbank druk heeft uitgeoefend op personeel om de positie van China in een economische ranglijst van landen beter te doen voorkomen.
Romer zegt dat tijdens zijn tijd bij de Wereldbank er sprake was van een "gebrek aan integriteit" bij het leiderschap, onder anderen bij Georgieva. Romer werd in het najaar van 2016 hoofdeconoom van de Wereldbank, maar vertrok alweer in januari 2018. Dat had mede te maken met aanvaringen met collega's, onder meer over de wijze waarop rapporten werden opgesteld.
Georgieva zou vanuit de top van de Wereldbank hebben aangedrongen op bepaalde aanpassingen waardoor China iets beter uit de verf kwam in een rapport over internationaal zakendoen. In die periode was de Wereldbank ook bezig met een kapitaalverhoging voor de eigen organisatie, waarbij China een sleutelrol moest spelen. Voor de Wereldbank zijn de conclusies een reden om niet meer verder te gaan met de zogeheten Doing Business-rapportages, waarin de ranglijst stond. Er zouden namelijk belangrijke ethische grenzen zijn overschreden.
Georgieva liet weten het fundamenteel oneens te zijn met de beschuldigingen die komen van een advocatenkantoor dat onderzoek deed in opdracht van de Wereldbank. Romer zegt dat hij bij de Wereldbank niet op de hoogte was van de druk van Georgieva rond China, maar dat hij wel vermoedens hiervan had. Georgieva staat sinds 2019 aan het hoofd van het IMF.
Romer kreeg samen met William Nordhaus in 2018 de Nobelprijs voor de Economie voor het onderzoek naar de verbanden tussen innovatie, klimaatverandering en macro-economisch onderzoek.