De Nederlandse luchtvaart was afgelopen jaar nog steeds niet op het niveau van voor de coronapandemie, laten cijfers van het CBS zien. Vergeleken met 2019 vloog een kwart minder reizigers van en naar Nederland.
In totaal vlogen vorig jaar 61,3 miljoen passagiers van en naar een Nederlands vliegveld, ruim twee keer zoveel als in het jaar daarvoor. Driekwart van de passagiers bleef binnen Europa. Meer vliegtuigen gingen in 2022 de lucht in en per vlucht was driekwart van de stoelen bezet. In het laatste jaar voor de coronapandemie waren nog vier van de vijf stoelen gevuld.
De zomervakantie was de drukste periode op Schiphol en op de luchthavens van Rotterdam, Den Haag, Eindhoven, Maastricht en Groningen en dat is terug te zien in de cijfers. In augustus vlogen 6,4 miljoen reizigers van en naar Nederland, in juli 6,2 miljoen. Schiphol kampt sinds afgelopen mei met personeelstekorten, waardoor reizigers in de zomermaanden urenlang moesten wachten en sommigen hun vlucht misten. Extra medewerkers zijn nog steeds nodig, zaterdag houdt Schiphol weer een banenmarkt om meer werknemers te werven.
Het aantal goederenvluchten steeg met 53 procent vergeleken met 2021 naar 463.000. Dit is nog altijd 18 procent minder dan in 2019. Wel lag de hoeveelheid vracht die werd vervoerd lager. In 2022 werd 1,5 miljoen ton goederen van of naar Nederland gevlogen, het jaar daarvoor was dit 14 procent meer. In 2019 werd iets meer vracht door de lucht vervoerd, 1,7 miljoen ton.