Het Noorse staatsinvesteringsfonds heeft uitgehaald naar grote bedrijven vanwege hun hebberigheid. Ook wordt er te veel aan topbestuurders betaald voor "middelmatige prestaties", zegt topman Nicolai Tangen van het grootste staatsinvesteringsfonds ter wereld in een interview met zakenkrant Financial Times. De Noren willen de ergste excessen aanpakken door hun invloed als aandeelhouders aan te wenden.
Het Noorse fonds, waar winsten uit de oliewinning zijn gestort, heeft een omvang van een kleine 1,2 biljoen euro. Tangen geeft aan dat het fonds met name grote beloningspakketten gaat aanpakken die niet gerechtvaardigd zijn door de prestaties, die te onduidelijk zijn en die niet genoeg op de lange termijn gericht zijn.
"We zitten in een situatie met hoge inflatie waarin veel bedrijven met redelijk matige prestaties toch grote beloningen geven", stelt Tangen. Hij noemt dat "hebberigheid van bedrijven op een niveau dat we niet eerder hebben gezien". Volgens de topman van het Noorse staatsfonds gaat het inmiddels ten koste van aandeelhouders.
De Noren, die het equivalent van 1,5 procent in elk beursgenoteerd bedrijf ter wereld bezitten, stemden de afgelopen tijd al tegen bonussen voor bestuurders van chipmaker Intel en techconcern Apple. Ook IBM, General Electric en Harley-Davidson kregen met de Scandinaviërs te maken. Het investeringsfonds richt zich nu nog vooral op Amerikaanse bedrijven omdat daar de lonen en bonussen hoger zijn. Maar ook Europese bedrijven kunnen bij de Noren in het vizier komen.
Tangen denkt dat het probleem alleen maar groter wordt als aandeelhouders niet van zich laten horen. De afgelopen jaren zijn de lonen van veel topbestuurders sneller gestegen dan die van andere werknemers.