De Noorse overheid heeft gebieden aangewezen in Noorse wateren voor de mogelijke winning van belangrijke grondstoffen op de zeebodem. Het gaat dan bijvoorbeeld om grondstoffen als koper, zink en kobalt die onder meer belangrijk zijn voor de energietransitie.
Die gebieden liggen in de Noorse Zee en de Groenlandzee. Begin dit jaar maakte Noorwegen bekend dat er aanzienlijke hoeveelheden van die belangrijke metalen zijn gevonden op de zeebodem. Oslo wil nu uitzoeken of die grondstoffen op duurzame wijze gewonnen kunnen worden, zonder schade aan milieu en natuur.
Veel van die grondstoffen komen nu nog uit China en volgens Oslo kan met diepzeemijnbouw die afhankelijkheid worden verminderd. Ze worden bijvoorbeeld gebruikt voor elektrische auto's, windturbines en andere duurzame technologieën.
Milieuorganisaties, waaronder het Wereld Natuur Fonds (WWF), zijn fel gekant tegen de plannen uit angst voor schade aan de natuur en het dierenleven op de zeebodem. Het WWF zei in mei een rechtszaak tegen Noorwegen aan te willen spannen, omdat er onvoldoende onderzoek zou zijn gedaan naar de impact van diepzeemijnbouw op de natuur.
In totaal zou Noorwegen een gebied ter grootte van ongeveer het Verenigd Koninkrijk hebben vrijgemaakt voor winning van grondstoffen op de zeebodem. Daarvan is nu 38 procent beschikbaar gesteld voor exploratie. De eerste vergunningen zouden volgend jaar afgegeven moeten worden.