De Nederlandse Spoorwegen (NS) waren in de eerste jaarhelft opnieuw verlieslatend. De spoorvervoerder wist namelijk niet voldoende tickets te verkopen om alle kosten in de operatie te dekken. De reizigersaantallen liggen nog altijd fors onder het niveau van voor corona.
Volgens het bedrijf nemen op een gemiddelde werkdag momenteel ongeveer 1,1 miljoen mensen de trein. Voor de pandemie ging het nog om 1,3 miljoen reizigers. De NS heeft het gevoel dat het reisgedrag van treinreizigers blijvend is veranderd. Doordeweeks zien conducteurs bijvoorbeeld beduidend minder forenzen in de trein. De dinsdag en donderdag blijven zeker in de spits wel relatief drukke dagen, maar op maandag, woensdag en vrijdag is het een stuk rustiger.
"De spoorsector opereert in een moeilijke periode met veranderend reisgedrag", verklaart president-directeur Wouter Koolmees. "Nederland reist weer vaker met de trein, maar we hebben nog altijd fors minder reizigers dan voor corona. Dit zien we ook terug in onze financiële prestaties."
De NS zag in de eerste jaarhelft wel financieel herstel vergeleken met een jaar terug. De opbrengsten liepen exclusief overheidssteun op van 1,3 miljard tot bijna 1,9 miljard euro. En het onderliggende operationeel verlies werd teruggedrongen van een min van 225 miljoen naar 26 miljoen euro verlies. Volgens het bedrijf is dit echter "nog steeds onvoldoende voor een financieel gezonde NS". De komende jaren blijven volgens de onderneming daarom "financieel uitdagend".
Onder de streep slaagde de NS er overigens wel in om zwarte cijfers te schrijven. Dat komt onder meer door vergoedingen vanuit de overheid. Een woordvoerster van de NS wil desgevraagd niet ingaan op vragen over de mogelijke consequenties van de financiële moeilijkheden voor bijvoorbeeld de investeringen.
De NS was in de eerste helft van het jaar ook druk bezig met het terugdringen van het tekort aan conducteurs en machinisten. In totaal zijn er de laatste tijd meer dan 2700 collega's bijgekomen, zegt het bedrijf. Ook kampte de NS met verschillende incidenten. In april was er bijvoorbeeld het treinongeval bij Voorschoten, waarbij de bestuurder van een bouwkraan overleed. Daarna konden ruim twee weken geen treinen rijden tussen Leiden Centraal en Den Haag Mariahoeve. Verder reden er dik een week geen treinen op het traject Den Bosch-Eindhoven vanwege dassenburchten onder het spoor. En in juni zorgde een storing bij een post van de verkeersleiding voor grote hinder in Amsterdam en omgeving.