Nyenrode: lager opgeleide werknemers kregen minder vaak opslag

10 nov 2021, 6:00 Zakelijk
nyenrode lager opgeleide werknemers kregen minder vaak opslag
ANP
Lager opgeleide Nederlanders zijn er in de afgelopen twee jaar minder vaak in salaris op vooruit gegaan dan hoger opgeleiden. Ze kwamen door de coronacrisis bovendien relatief vaker onder financiële druk te staan, concluderen onderzoekers van de Nyenrode Business Universiteit en carrièreplatform Intermediair in hun Nationaal Salaris Onderzoek. Volgens onderzoeksleider Jaap van Muijen is dat een zorgelijke ontwikkeling in tijden van almaar stijgende huizenprijzen en oplopende energierekeningen. "Als lager opgeleide ben je steeds vaker de pineut."
Uit de enquête onder ruim 30.000 mensen kwam naar voren dat 62 procent van alle werkenden met een HBO- of universitaire opleiding tussen 2019 en 2021 een salarisverhoging kregen. Bij 6 procent van hen was het salaris gedaald. Bij lager opgeleide werknemers gaf slechts 44 procent aan dat het salaris omhoog was gegaan, terwijl bij 11 procent het salaris was gedaald.
Onderzoekers vroegen ook of mensen het door coronacrisis financieel moeilijker hadden gekregen. Slechts 4 procent van de hoog opgeleide respondenten zei veel druk op de financiën te hebben ervaren, tegenover 7 procent bij de laagopgeleiden.
Volgens van Muijen is het verklaarbaar dat lager opgeleide werknemers in Nederland minder vaak hun salaris zagen stijgen, omdat de lonen bij hun beroepen sneller aan het plafond zitten. Maar de hoogleraar psychologie maakt zich wel zorgen. "Dit betekent dat er steeds meer huishoudens zijn die, al werken ze met z'n tweeën, niet voldoende geld hebben om te kunnen wonen of te leven", zegt hij. "En het gaat vaak om praktisch opgeleide mensen. Dat is wel de kurk waar de samenleving op drijft."
Onderzoekers van Nyenrode keken ook naar de loonkloof tussen mannen en vrouwen. Op basis van de enquêteresultaten stelden ze vast dat mannen, gecorrigeerd voor opleidingsniveau en gewerkte uren, 5 procent meer salaris krijgen dan vrouwen. Hier valt de groep hoog opgeleiden in negatieve zin op. Want hoe hoger de genoten opleiding, hoe groter het verschil in beloning wordt. Volgens Van Muijen komt dat doordat de verschillen tussen de salarissen van starters en oudere werknemers veel groter zijn bij beroepen met hoger opgeleid personeel. "Wat je toch wel ziet, is dat vrouwen hun baan vaker onderbreken voor familiaire omstandigheden. Als anderen doorwerken, stijgen hun lonen ook door."
Overigens werd de loonkloof twee jaar eerder nog op 8 procent vastgesteld. Maar volgens Van Muijen zijn de resultaten van toen slecht te vergelijken met die van nu, omdat de onderverdeling naar opleidingsniveau in het onderzoek compleet is veranderd.