Beleggers kunnen juist bijdragen aan het oplossen van de woningnood en de stijgende huren en huizenprijzen. Dat was een van de boodschappen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) in een uitgebreid rapport over de Nederlandse woningmarkt. Maar daarmee gaat de denktank wel wat kort door de bocht, stellen enkele experts.
"Beleggers bouwen in Nederland maar een heel klein deel van de woningen", stipt Peter Boelhouwers een eerste kritiekpunt aan. De hoogleraar Housing Systems aan de TU Delft geeft bovendien aan dat het in steden niet mogelijk is om op korte termijn een nieuw evenwicht te bereiken. "Dat plan om beleggen in vastgoed te verbieden, is ontstaan omdat de huurprijzen voor veel groepen de pan uitrijzen. Maar er staan niet ineens heel veel nieuwe middenhuurwoningen."
Ook Matthijs Korevaar, universitair docent financiering en woningmarkt, vindt dat het OESO-advies te veel uitgaat van de theorie. "Ze benaderen de woningmarkt heel erg als een vrije markt, maar uiteindelijk staan die woningen ook ergens en als gemeente wil je invloed kunnen hebben op de ontwikkeling van je wijken." Daarnaast is het helemaal niet zo makkelijk om nieuwe woningen te bouwen, stipt hij aan. "Een vergunning krijgen duurt lang en er is de stikstofproblematiek. Dat benoemt de OESO wel, maar ze zeggen alleen dat dit opgelost moet worden. Als het zo makkelijk was, hadden we dat al wel gedaan."
Beide mannen geven wel aan dat OESO gelijk heeft als de organisatie wijst op de voordelen die in Nederland bij eigenwoningbezit horen zoals hypotheekrenteaftrek en de lage belasting op een afbetaalde woning. "Dat daar iets aan moet gebeuren roepen wel meer partijen, bijvoorbeeld De Nederlandsche Bank", aldus Korevaar.
Ook is de sociale huursector vrij groot in Nederland, benadrukt Korevaar. "Huurders daar hebben ook meer bescherming dan in de vrije sector en er is weinig reden om te verhuizen als je scheef huurt." Dat verschil moet worden aangepakt, maar dat kan ook door meer regels in de vrije huursector, vindt Boelhouwers. "Je kan investeerders daar deels voor compenseren, bijvoorbeeld met lagere grondprijzen. Zo stimuleer je toch dat er meer woningen worden gebouwd."
De markt nog veel meer vrijgeven, zoals de OESO bepleit, ziet Boelhouwers niet zitten. "De komende jaren bereik je geen evenwicht op de woningmarkt, dus zul je wel moeten reguleren." Ook verwijst hij naar de documentaire Push. "Daar zie je steden waar de woningmarkt een volledig vrije markt is en waar de huurprijzen omhoog schieten. Dat moet je ook niet willen."