Overheden hebben vorig jaar voor een recordbedrag aan ontwikkelingshulp besteed, mede door hoge kosten voor de opvang van vluchtelingen en steun aan Oekraïne. Dat meldde de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) in een rapport. In totaal steeg dat bedrag naar 204 miljard dollar (bijna 186 miljard euro). Dat was nog 186 miljard dollar in 2021.
Die stijging van bijna 14 procent is een van de grootste ooit gemeten door de OESO. Het steunbedrag zet nu al vier jaar op rij een nieuw record neer. Volgens de organisatie stegen de kosten voor de opvang en verwerking van vluchtelingen in de OESO-donorlanden zelf naar 29,3 miljard dollar, van 12,8 miljard dollar in 2021.
De uitgaven voor hulp aan Oekraïne vanwege de Russische invasie klommen naar meer dan 16 miljard dollar. Dat was nog maar 918 miljoen dollar een jaar eerder, aldus de denktank uit Parijs.
De Verenigde Staten zijn de grootste verstrekker van ontwikkelingshulp met 55 miljard dollar, gevolgd door Duitsland, instellingen van de Europese Unie, Japan, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Canada. Daarna komt Nederland met 6,5 miljard dollar aan steun.
"De coronapandemie en de agressieoorlog van Rusland tegen Oekraïne hebben de wereldwijde instabiliteit, honger, en extreme armoede vergroot, waardoor decennia aan ontwikkelingsvooruitgang ongedaan is gemaakt, met name onder de armste en kwetsbaarste mensen", aldus secretaris-generaal Mathias Cormann van de OESO in het rapport.