Het Franse olie- en gasbedrijf Total compenseert Suriname voor een bedrag van ruim 44 miljoen euro vanwege CO2-uitstoot. Total, een van de grotere bedrijven die van plan zijn in Suriname olie te produceren, wil zich zo indekken voor toekomstige CO2-uitstoot. Het is voor het eerst dat Suriname op deze manier gecompenseerd wordt. De Surinaamse minister van Ruimtelijke Ordening en Milieu, Silvano Tjong-Ahin, spreekt van een "historisch moment".
Suriname behoort met een oppervlakte van meer dan vijftien miljoen hectare bos, ruim 90 procent van de totale oppervlakte van het land, tot een van de meeste bosrijke landen ter wereld. Het kan daardoor grote hoeveelheden CO2 opnemen. Het bos is ook erg belangrijk als leefgebied voor de lokale gemeenschappen en het behoud van biodiversiteit. Suriname zal het geld van Total vooral gebruiken om verschillende instituten en organisaties ter versterken die zich met het milieu en bosbeheer bezighouden.
Zoals het er nu uitziet zal Suriname de komende jaren goed kunnen profiteren van de olieopbrengsten. Ook de opbrengsten uit de goudsector zijn belangrijke inkomsten voor de regering. Vanaf de jaren veertig van de vorige eeuw was de bauxietindustrie de belangrijkste economische activiteit in Suriname. Als gevolg van dalende prijzen voor aluminium namen de bauxietactiviteiten echter af en is de winning nu geheel gestopt.
De zoektocht naar Surinaamse olie verloopt intussen voorspoedig. Woensdag maakten Total en het oliebedrijf Apache bekend dat proefboringen in de zogenoemde Sapakara South-put, voor de kust van Suriname, hoopgevend en "commercieel interessant" zijn. Het Surinaamse staatsbedrijf Staatsolie verwacht dat begin 2025 de eerste olie verkocht kan worden.