De olieprijs is woensdag gestegen naar het hoogste niveau van dit jaar. Daarmee wordt de opmars van de afgelopen tijd doorgezet, na een flinke dip in maart. De prijs wordt vooral gestuwd door de productiebeperkingen van oliekartel OPEC+. Ook zijn de zorgen over een economische recessie in de Verenigde Staten wat naar de achtergrond verdwenen.
De prijs van een vat Amerikaanse WTI-olie (van 159 liter) steeg ruim 2 procent tot 83,25 dollar. Brentolie, de maatstaf voor olie uit onder meer Europa en het Midden-Oosten, werd 1,9 procent duurder op 87,26 dollar per vat.
In maart daalde de olieprijs nog naar het laagste niveau in vijftien maanden vanwege de onrust op de beurzen door de problemen in de bankensector. Om de prijzen te stutten heeft oliekartel OPEC+ besloten tot een verdere verlaging van de productie. Ook heeft Rusland de olie-export verminderd. Daarnaast wordt gerekend op een flinke toename van de vraag vanuit China door de heropening van de economie na het schrappen van het strikte coronabeleid in het land.
Verder bleek woensdag dat de inflatie in de VS is afgezwakt. Daardoor kan de Amerikaanse centrale bank het kalmer aan gaan doen met het verhogen van de rente. Dat is weer gunstig voor de olievraag omdat een hogere rente zorgt voor economische tegenwind.
De prijzen aan de pomp zijn ook aan het stijgen. Vorige week steeg de Nederlandse adviesprijs voor een liter benzine weer tot boven de 2 euro, aldus consumentencollectief UnitedConsumers.