De prijs van een vat Amerikaanse olie is gezakt naar het laagste niveau sinds januari door zorgen over een afzwakkende wereldeconomie. Ook de sterke dollar zet de olieprijzen onder druk omdat olie wordt afgerekend in de Amerikaanse munteenheid, waardoor handelaren met andere valuta meer kwijt zijn. Eerder dit jaar gingen de olieprijzen juist nog hard omhoog vanwege de oorlog in Oekraïne.
De prijs van een vat Amerikaanse olie, West Texas Intermediate (WTI), stond woensdagochtend bijna 2 procent lager op iets meer dan 85 dollar. Brentolie, toonaangevend voor olie uit Europa, het Midden-Oosten en Afrika, zakte 1,7 procent tot 91,29 dollar per vat (van 159 liter). De prijzen zijn al langere tijd aan het dalen vanwege zorgen over een recessie door de hoge inflatie en sterke renteverhogingen van centrale banken. Verder remmen de strenge coronalockdowns in China de vraag naar olie in de tweede economie van de wereld. China is 's werelds grootste importeur van ruwe olie.
De groep van oliekartel OPEC en bondgenoten als Rusland en Kazachstan, de OPEC+, maakte maandag nog bekend de productie in oktober met 100.000 vaten per dag te gaan verlagen om zo de olieprijzen te ondersteunen.
De dalende olieprijs kan helpen met het verminderen van de inflatie door lagere prijzen aan de pomp. In juni steeg de gemiddelde adviesprijs voor Euro95-benzine in Nederland nog naar het recordniveau van 2,504 euro per liter. De adviesprijs ligt volgens consumentencollectief UnitedConsumers nu op 2,154 euro. Automobilisten betalen die prijzen doorgaans alleen langs snelwegen. Bij pompstations elders liggen de prijzen vaak lager.