Het Openbaar Ministerie vervolgt de failliete Amsterdam Trade Bank (ATB) niet, ondanks aanwijzingen dat de financieel dienstverlener de antiwitwascontroles niet op orde had. De relatief kleine bank viel in april om doordat sancties tegen zijn Russische eigenaren een normale bedrijfsvoering onmogelijk maakten. Alsnog doorgaan met de vervolging zou alleen maar nadelig kunnen uitpakken voor voormalige rekeninghouders en andere schuldeisers van ATB, menen de aanklagers.
Na een signaal van De Nederlandsche Bank (DNB) begonnen de FIOD en het OM een onderzoek naar ATB, dat begin 2022 was afgerond. Daaruit zou zijn gebleken dat die bank tussen 2012 en 2016 de Nederlandse wet tegen witwassen en financiering van terrorisme had overtreden. Aanvankelijk was het OM van plan de bank daarvoor te vervolgen, iets wat bij grotere banken als ING en ABN AMRO al tot miljoenenboetes leidde.
ATB was een dochteronderneming van de Russische Alfa Bank en had sinds 1994 een bankvergunning in Nederland. De Europese Unie zette de uiteindelijke eigenaar van de Nederlandse bank, Michail Fridman, na de Russische inval in Oekraïne op de sanctielijst omdat hij bij de kring van Poetin-vertrouwelingen zou horen.
De ongeveer 23.000 particuliere rekeninghouders bij ATB en bedrijven met een lening bij de bank hebben niets te maken met de sancties en het daaruit voortvloeiende faillissement. Maar vervolging van de bank zou de afwikkeling van het faillissement compliceren, redeneert OM. Bestuurders die tijdens de overtredingen aan het hoofd van ATB stonden kunnen door verjaring niet meer worden vervolgd.