Europees Ombudsman Emily O'Reilly wil dat president Mario Draghi van de Europese Centrale Bank (ECB) uit een internationale praatclub van bankiers en economen vertrekt. Zijn lidmaatschap van de zogeheten Groep van 30 zou twijfel kunnen zaaien over de onafhankelijkheid van de ECB en dat komt volgens haar neer op wanbestuur. Sommige leden van de G30 werken voor banken waarop de ECB toezicht houdt.
Ook de toekomstige ECB-presidenten zouden niet moeten aanschuiven bij de in Washington gevestigde groep, is de niet-bindende aanbeveling van O’Reilly. Zij vindt het maar een ,,geheimzinnige'' club. Deelname zou wel geoorloofd zijn als de agenda en de samenvatting van de discussies openbaar worden gemaakt.
De centrale bank in Frankfurt zou bovendien een ethische code moeten aannemen. ,,Het is belangrijk om te laten zien aan het publiek dat er een duidelijke scheiding is tussen de ECB als toezichthouder en de financiële industrie’’, aldus de Ierse, die een jaar geleden een onderzoek instelde na een klacht van de lobbywaakhond Corporate Europe Observatory. Die is ,,zeer positief'' over de aanbevelingen van de ombudsman.
Europarlementariër Paul Tang (PvdA) vindt dat de ECB-voorzitter zich kwetsbaar maakt door zijn lidmaatschap van de groep en ,,alle schijn van belangenverstrengeling’’ moet vermijden. ,,Ik wil dat Mario Draghi de aanbevelingen die voortkomen uit het onderzoek van de Europese Ombudsman opvolgt.”
De ECB liet eerder weten dat Draghi de G30 op persoonlijke titel bijwoont, hoewel de Italiaan zich minstens één keer heeft laten vervangen door zijn plaatsvervanger.