De omstandigheden om een bedrijf naar de Amsterdamse beurs te brengen, zijn nu beter dan vorig jaar, meldt hoofd noteringen René van Vlerken van beursuitbater Euronext Amsterdam tijdens een persbijeenkomst. De sterk gestegen inflatie, hoge rentes en prijsschommelingen leidden vorig jaar nog tot veel onzekerheid bij beleggers en bedrijven. Nu zijn de economische ontwikkelingen volgens hem duidelijk aan het omslaan en dat zorgt voor betere omstandigheden voor een beursgang.
"De Europese economie klimt uit de recessie en de rentes zijn gestabiliseerd. Ze zijn nog steeds hoog, maar de verwachting is dat ze niet verder stijgen", verklaart hij. De cijfers over bedrijfswinsten die de afgelopen maanden naar buiten zijn gekomen, waren volgens hem sterk. "Bedrijven hebben dus veel geld beschikbaar voor mogelijke fusies en overnames of andere strategische initiatieven om verder te groeien."
Vorig jaar gingen er relatief weinig bedrijven naar de Amsterdamse beurs, meldt Van Vlerken. In totaal waren het er vijf, waaronder het grote Spaanse bouwbedrijf Ferrovial en voedings- en gezondheidsbedrijf DSM-Firmenich, dat Euronext Amsterdam na de fusie beschouwt als een nieuw bedrijf op de beurs. Hoeveel nieuwe bedrijven dit jaar het Damrak betreden, vindt hij lastig te zeggen. "De vooruitzichten voor de komende twaalf maanden zijn vrij sterk. Maar het is ook afhankelijk van wat de markten de komende maanden gaan doen."
Hoe de omstandigheden voor beursgangen en de algehele aandelenkapitaalmarkt zich dit jaar ontwikkelen, hangt ook af van verkiezingen wereldwijd. Zo zijn er in juni verkiezingen voor het Europees Parlement en in november in de Verenigde Staten. "Je weet niet hoe dingen zich de komende maanden ontwikkelen. Onzekerheid bevordert de omstandigheden voor bijvoorbeeld beursgangen niet."