Verschillen van zienswijze over de Russische invasie in Oekraïne verhinderen niet dat de grootste economieën in de wereld over veel economische zaken ongeveer hetzelfde denken. Met die boodschap kwam de Indonesische minister van Financiën Sri Mulyani Indrawati na afloop van de mini G20-top in Washington.
Indonesië is dit jaar officieel gastland van de G20, volgende maand is daar ook nog een grote top van de groep van grote economieën. In Washington was er nu alleen een vergadering van de ministers van Financiën en centralebankhoofden van de landen uit de groep. Er is gesproken over grote economische problemen als de hoge inflatie en de impact van de grote rentestappen van bijvoorbeeld de Amerikaanse Federal Reserve op ontwikkelingslanden.
Dat de politieke visies ver uit elkaar liggen is geen verrassing. Naast grote westerse landen zitten ook China en India in de G20 en van hen is bekend dat ze anders kijken naar de oorlog in Oekraïne en westerse sancties tegen Rusland. Ook Rusland zelf is onderdeel van de landengroep en het Kremlin houdt de mogelijkheid nog altijd open dat president Vladimir Poetin volgende maand naar de G20-top in Bali afreist, iets wat in het Westen gevoelig ligt.
"Maar we hebben ook heel veel overeenstemming. En dat is erg belangrijk", aldus de Indonesische minister. Volgens haar onderschreven de ministers en centralebankhoofden onder meer dat ze zich zullen inspannen om de inflatie te bestrijden en dat daarbij ook gelet zal worden op de mogelijke negatieve gevolgen van beleid voor andere landen, ook wel spillover genoemd. Verder is er onder meer gepraat over de mogelijkheden voor regulering van cryptomunten.