De Nederlandse pensioenfondsen zijn er vorige maand slechter voor komen te staan als gevolg van een rentedaling op de financiële markten, meldt onderzoeksbureau Aon. Daarmee raken mogelijke pensioenverhogingen bij sommige fondsen weer wat verder uit beeld. Toch lijken de meeste fondsen nog steeds uit de gevarenzone te zijn als het gaat om eventuele pensioenkortingen.
De gemiddelde dekkingsgraad, de graadmeter die de 'gezondheid' van de fondsen aangeeft, ging in juli van 110 naar 108 procent. Dat betekent dat de fondsen voor elke euro aan toekomstige pensioenverplichtingen nog zo'n 1,08 euro in kas hebben. Om de pensioenen iets te kunnen verhogen, moet de graadmeter bij een fonds eind van het jaar boven de 110 procent zitten. Er dreigen kortingen als de dekkingsgraad onder de 90 procent uitkomt.
De omslag van de situatie komt door de daling van de rente, want de fondsen slaagden er afgelopen maand over de gehele linie wel in om rendement te halen uit hun beleggingen. De daling van de dekkingsgraad in juli geeft volgens Aon aan hoe snel ontwikkelingen kunnen gaan voor pensioenfondsen. Vanuit de pensioensector klonk eerder al de oproep dat de overheid vaart moet blijven zetten achter de grootscheepse hervorming van het pensioenstelsel. De hervormingen moeten de fondsen minder direct afhankelijk maken van rentebewegingen.