In de meeste gemeenten maakt de gemiddelde starter bijna geen kans op een koopwoning. Op veel plekken in het land is nog geen 1 procent van de woningen betaalbaar voor starters met een hypotheek tot 200.000 euro, meldt marktonderzoeker Calcasa. Het lastigst hebben deze starters het in de gemeenten Amsterdam en Utrecht, waar 0,3 procent van de koopwoningen binnen hun budget past.
Starters hebben het ook moeilijk in de gemeenten Breda en Almere. Daar is 0,5 procent betaalbaar met een maximale hypotheek van 200.000 euro. Vooral in de Randstad en buurtgemeenten, in Noord-Brabant en in delen van Gelderland is de kans dat starters een koopwoning vinden minder dan 1 procent.
Afgelopen zomer zette een landelijke daling in van de huizenprijzen na maandenlange recordstijgingen. Maar de gemiddelde prijs van 447.000 euro is volgens de onderzoekers nog ver uit het zicht voor een gemiddelde starter. Van de bijna 4,5 miljoen koopwoningen in Nederland hebben iets meer dan 150.000 woningen een waarde van 200.000 euro of lager. Dit komt neer op ruim 3,4 procent van de huizen, waardoor zij ondanks de dalende huizenprijzen weinig kans maken.
Er zijn wel mogelijkheden om de kansen te vergroten. Starters met twee inkomens hebben veel meer keuze, bijna 4 op de 10 koophuizen zijn betaalbaar voor tweeverdieners. Geld van ouders kan ook helpen. Voor tweeverdieners met een bijdrage van hun ouders is bijna de helft van de Nederlandse koopwoningen bereikbaar.
Een huis kopen is voor starters het meest reëel in de gemeente Heerlen. Daar was in de laatste drie maanden van vorig jaar ruim 35 procent van de woningen betaalbaar voor starters en in Kerkrade en Pekela ruim 32 procent.