De wereldeconomie groeit komend jaar voor het eerst tot een omvang van meer dan 100 biljoen dollar. Dat zeggen onderzoekers van het Britse bureau Centre for Economics and Business Research (CEBR), die eerder voorspelden dat die grens van 100.000 miljard dollar (omgerekend ruim 88 biljoen euro) pas in 2024 geslecht zou worden.
De wereldeconomie herstelt nog altijd sterk van de klap die de coronapandemie bracht, aldus CEBR. Wel zien ze in de hoge inflatie in veel landen een probleem. Als die niet snel onder controle wordt gebracht, wordt het volgens de denktank moeilijk voor beleidsmakers om economieën niet in een recessie te doen belanden.
"Hoe de wereldeconomieën omgaan met inflatie wordt het grote vraagstuk van de jaren 20", voorspelt vicevoorzitter Douglas McWilliams van het CEBR. "We hopen dat relatief kleine aanpassingen aan de koers zullen zorgen dat dit lukt. Zo niet, dan gaat de wereld richting een recessie in 2023 of 2024."
De inflatie is dit jaar fors gestegen. Zo bedroeg die in Nederland in november 5,2 procent op jaarbasis, wat inhoudt dat het leven gemiddeld ruim 5 procent duurder werd. Belangrijkste aanjager zijn de hoge energieprijzen en dan met name die van gas. Door de snelle neergang van de economie tijdens corona en het snelle herstel daarna met ook nog af en toe lockdowns in verschillende landen zijn er ook tekorten ontstaan aan allerlei grondstoffen en producten. Dat betekent dat de prijzen omhoogschieten.
Zo worden er door chiptekorten aanzienlijk minder auto's gebouwd. Autofabrikanten gingen daardoor veelal de modellen en uitvoeringen bouwen waar veel winst op wordt gemaakt. Tegelijkertijd stegen ook de prijzen van tweedehands auto's omdat er minder nieuwe auto's bij kwamen.
Ook de prijs voor transport van goederen steeg sinds vorig jaar hard. De Chinese economie kon redelijk snel weer open na de eerste coronagolf, maar daarbuiten duurde dat langer. Dat leidde tot veel vraag naar containers vanuit China naar Europa en Noord-Amerika. Tegelijkertijd gingen er relatief weinig containers terug, waardoor er tekorten aan containers ontstonden. Ook de prijs die containerbedrijven vroegen voor het vervoer van goederen steeg daardoor.
De gestegen energieprijzen zetten ook een rem op de productie. Voor verschillende industrieën die veel energie nodig hebben, zoals bij de productie van aluminium en kunstmest, betekenden de hoge gasprijzen dat produceren niet meer rendabel is. Zij legden (deels) de productie stil.