De bouw van nieuwe woningen loopt naar verwachting sneller terug dan gedacht. Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) heeft in de nieuwste cijfers berekend dat er dit jaar vermoedelijk 6,5 procent minder wordt gebouwd ten opzichte van vorig jaar. Voor volgend jaar verwacht het onafhankelijke onderzoeksbureau nog eens een daling van 8 procent. Eerder dit jaar gingen de onderzoekers nog uit van een daling van 3,5 procent in 2023 en 5,5 procent in 2024, laat directeur Taco van Hoek weten.
Het EIB gaat ervan uit dat de totale bouwproductie, waar bijvoorbeeld ook verbouwingen en wegenbouw onder vallen, dit jaar niet zoals eerder beraamd met 1,5 procent, maar met 2 procent daalt. De verwachtingen voor 2024 zijn nu bijgesteld van 2 procent naar 2,5 procent krimp.
Van Hoek ziet de grootste klappen in de nieuwbouw. Hij wijt dat aan de tegenvallende verkoop en het verlenen van minder vergunningen. "Die vergunningverlening zagen we in het eerste kwartaal met 30 procent terugvallen." Het probleem zit volgens hem bij "moeilijke locaties die ook nog een stuk duurder zijn te realiseren door gestegen bouwkosten en rentes".
Daardoor komt het aantal opgeleverde woningen dit jaar volgens hem naar verwachting uit rond de 69.000, in 2024 op 66.000 en in 2025 op 65.000.
Ook de bouw van utiliteitsgebouwen neemt af, constateert het EIB. Dat zijn panden die niet als woning worden gebruikt, zoals scholen, kantoren, fabrieken of winkels. Van Hoek verwacht dat ook hier volgend jaar een daling is te zien van rond de 8 procent. Dit jaar blijft de afname volgens hem beperkt tot zo'n 2 procent. De infrastructuurprojecten hebben het eveneens niet gemakkelijk, weet de directeur. De bouw hiervan loopt de komende twee jaar mogelijk met 5 procent terug.
Van Hoek spreekt van een forse daling bij de woningbouw. "De kans dat het gaat meevallen, is klein. Het lijkt er eerder op dat het nog iets verder zal teruglopen." Veel bouwprojecten zijn volgens hem voorlopig stopgezet. De directeur ziet wel kansen als het gaat om de keuze voor locaties. "Kijk naar kleinschalige locaties, aan de randen van bestaande bebouwing. Dat kan sneller en is financieel een stuk haalbaarder dan veel grote projecten in de stad."
Ondanks alle dalingen ziet het EIB toch ook nog een lichtpuntje. "Bij het herstellen en verbouwen van panden wordt flink geïnvesteerd in duurzaamheid. Daardoor zien we met name groei bij de installatie- en infrabedrijven die te maken hebben met de energietransitie. Ik verwacht dat duurzaamheid de enige groeimarkt is de komende twee jaar."