De beurzen in Azië stonden maandag eensgezind lager. Beleggers zijn voorzichtig vanwege de onrust in China, waar de protesten tegen het strenge coronabeleid aanzwellen. Het land is de tweede economie van de wereld.
Honderden mensen gingen dit weekend de straat op om te protesteren, onder meer in Beijing, Shanghai, Guangzhou en Chendu. Ze eisten dat de strenge maatregelen worden opgeheven. Eerder wakkerde de versoepeling van een aantal maatregelen de hoop aan dat het beleid minder streng zou worden. Een dodelijke brand in de regio Xinjiang op donderdag was de aanleiding voor de protesten, de grootste demonstraties in jaren.
De Hang Seng-index in Hongkong noteerde tussentijds ruim 2 procent lager en in Shanghai stond een min van 1,4 procent op de borden. Casino-uitbaters als MGM China, Wynn Macau en Sands China stonden bij de winnaars met winsten tussen de 5 en 14 procent. Het Aziatische gokparadijs Macau maakte bekend de vergunningen voor de casinobedrijven met tien jaar te verlengen.
Ook elders in Azië was het sentiment negatief. De onrust in China zorgde onder andere voor een daling van de olie- en grondstofprijzen. De problemen tasten de risicobereidheid van investeerders aan en zorgen voor troebele vooruitzichten voor de energievraag.
De Nikkei-index in Tokio verloor 0,4 procent en in Seoul zakte de Kospi 1,4 procent. Ook in Australië stond een min op de borden. De All Ordinaries in Sydney daalde 0,4 procent. Uit nieuwe cijfers bleek dat de koopbereidheid onder Australische consumenten minder is geworden.