De economie van Azië zal dit jaar sterker groeien dan eerder gedacht, vooral dankzij het loslaten van het strikte coronabeleid door China. Dat schrijft de Asian Development Bank in een nieuw rapport.
De ontwikkelingsbank rekent voor dit jaar op een economische groei van de Aziatische regio met 4,8 procent. Eerder werd hier op 4,6 procent gerekend. Vorig jaar groeide de economie van Azië met 4,2 procent. Het onderzoek kijkt onder meer naar de landen in Centraal-Azië, de Kaukasus, India, Indonesië, Vietnam, Mongolië, China, Zuid-Korea en de eilanden in de Stille Oceaan.
De economische groei in China is een belangrijke pijler onder de hogere verwachting. De tweede economie van de wereld zal dit jaar naar verwachting van de bank een plus laten zien van 5 procent. Dat was nog 3 procent vorig jaar. Dankzij die sterkere vooruitgang worden ook exporteurs en toeleveranciers elders in Azië geholpen.
Daarnaast zorgt de heropening van China ook voor meer toerisme door Chinezen naar landen in de Aziatische regio, aldus de onderzoekers. Zo zijn bijvoorbeeld Thailand en Cambodja populaire vakantielanden voor Chinezen.
De bank stelde verder zijn inflatieverwachting voor Azië neerwaarts bij. De Asian Development Bank zegt dat er wel risico's zijn voor de Aziatische economie, waaronder de gevolgen van de oorlog in Oekraïne, stijgende rentes en hoge schulden.