De Amerikaanse arbeidsmarkt was in april krapper dan economen hadden verwacht. Werkgevers namen meer mensen aan dan in de voorgaande maand, terwijl kenners juist rekenden op een daling van het aantal nieuwe banen. De werkloosheid bleef onveranderd laag, terwijl juist op een lichte stijging werd geregeld.
In totaal kwamen er vorig maand 253.000 nieuwe banen bij in de Verenigde Staten, veel meer dan waar economen in doorsnee op hadden gerekend. Van de beroepsbevolking zat 3,4 procent zonder werk, meldde de Amerikaanse overheid. De verwachting was juist een toename tot 3,6 procent. Uurlonen stegen in een jaar tijd met gemiddeld 4,4 procent.
Het Bureau of Labour Statistics paste de cijfers voor februari en maart aan. Toen was de toename van het aantal banen een stuk minder fors dan het statistiekbureau van het Amerikaanse ministerie van Arbeid aanvankelijk meldde.
De arbeidsmarkt lijkt op basis van de nieuwe cijfers sterk te blijven, terwijl andere tekenen wijzen op een verslechterende economie. Het Amerikaanse bruto binnenlands product (bbp) steeg in het eerste kwartaal veel minder hard dan in de voorgaande drie maanden. Renteverhogingen maken het verder veel duurder voor bedrijven om geld te lenen voor investeringen. Daarnaast zorgde de val van enkele middelgrote Amerikaanse banken voor onrust rond de financiële sector, wat zijn weerslag kan hebben op de economie.
De banencijfers zijn ook belangrijk voor het rentebeleid van de Federal Reserve. Nu de arbeidsmarkt nog krap blijft, kan dat voor de koepel van centrale banken reden zijn om toch wat langer door te gaan met het verhogen van de rente om de hoge inflatie te bestrijden.