Of de Amerikaanse luchtvaartmaatschappij JetBlue mag blijven vliegen op Schiphol is nog maar de vraag. Het besluit om de krimp van Schip op te schorten, betekent niet automatisch dat alles terugkeert naar het oude.
Dat zegt slotcoördinator Hugo Thomassen van Airport Coordination Netherlands (ACNL), de organisatie die gaat over de verdeling van de zogenoemde slots. Dat is het recht om op een bepaalde tijd te landen of op te stijgen. Schiphol bepaalt hoeveel slots er te vergeven zijn, maar maatschappijen maken niet altijd optimaal gebruik van dat recht. Als een luchtvaartmaatschappij meer dan 80 procent van de toegewezen slots heeft gebruikt, is een historisch recht opgebouwd om het seizoen daarna weer te mogen vliegen. Een luchtvaartmaatschappij die minder dan 80 procent van de toegewezen slots benut, verliest volgens de regels die plekken.
JetBlue was als nieuwkomer op Schiphol een van de luchtvaartmaatschappijen die zijn start- en landingsrechten dreigde kwijt te raken, omdat er geen historische rechten waren opgebouwd. De maatschappij drong uit woede hierover er bij de Amerikaanse regering al op aan vergeldingsmaatregelen te nemen tegen Nederlandse maatschappijen, met name KLM. Maandag overlegden het Amerikaanse ministerie van Transport, de Europese Commissie en de Nederlandse overheid in Brussel over de kwestie, met als uitkomst dat de krimp van Schiphol voorlopig wordt opgeschort.
Grote vraag is of de rust hiermee is teruggekeerd. Welke luchtvaartmaatschappijen de komende tijd op Schiphol mogen blijven vliegen, moet nog worden bekeken. Afgelopen zomer waren er 293.000 slots op Schiphol te verdelen, maar daar werd slechts in 290.000 gevallen gebruik van gemaakt. Onduidelijk is nu of Schiphol besluit terug te keren naar 293.000 slots of 290.000 slots. In het eerste geval komt weer plek vrij voor nieuwe toetreders, zoals JetBlue, aldus Thomassen, anders niet. Schiphol moet daar de komende weken een besluit over nemen.