Ook de grote Franse containervervoerder CMA CGM heeft aangekondigd zijn schepen voorlopig niet meer door de Rode Zee te laten varen uit angst voor aanvallen van de Houthi-rebellen vanuit Jemen.
"De CMA CGM Group maakt zich grote zorgen over de recente aanvallen op commerciële schepen in het Rode Zeegebied", schrijft de rederij met hoofdkantoor in Marseille in een verklaring. "De situatie verslechtert verder en de bezorgdheid over de veiligheid neemt toe."
Twee andere grote rederijen, Maersk en MSC, hadden op vrijdag al aangekondigd voorlopig niet door de Rode Zee te varen.
De economische gevolgen van die beslissingen zijn groot. De Rode Zee is de enige toegangsweg naar het Suezkanaal en vormt daarmee een essentiële verbinding tussen Europa en Azië. Het alternatief voor schepen is om het Afrikaanse continent heen varen, wat meer dan een week extra tijd kost. Zo'n 12 procent van alle wereldhandel gaat door het Suezkanaal.
Sinds de oorlog tussen Israël en Hamas uitbrak op 7 oktober is de onrust op de Rode Zee toegenomen. De Houthi's, die Hamas steunen in de oorlog, vallen schepen lastig en schieten raketten af. Zeker bij een aantal gevallen gaat het om schepen die een link hebben met Israël.
Donderdag schoten de Houthi-rebellen een raket af op een schip van Maersk, de Gibraltar. In november kaapten ze het vrachtschip Galaxy Leader. Dat schip en de 25 internationale bemanningsleden worden nog steeds vastgehouden.