ING en de Volksbank komen vrijdag als laatste Nederlandse grootbanken met hun jaarcijfers. Net als bij ABN AMRO en Rabobank eerder deze week, drukt de coronacrisis naar verwachting flink op de resultaten.
Beleggers kijken bij ING waarschijnlijk vooral naar de stroppenpot van de bank. ING moest eerder veel geld opzij zetten voor leningen die mogelijk nooit worden terugbetaald. De grote vraag is of de nieuwe lockdown aanleiding is voor ING om nog meer voorzieningen te treffen.
Het financiële concern schrapte enkele maanden terug nog ongeveer 1000 banen bij de zakenbank en de activiteiten voor consumenten in het buitenland. Die ingreep was onder meer nodig vanwege het tegenvallende economische klimaat. Vakbonden vreesden direct dat er ook honderden banen in Nederland verloren zouden gaan, maar hoe de reorganisatie hier precies zou uitpakken moest nog worden besloten.
De Volksbank heeft eerder ook al voorbereidingen getroffen om mogelijke kredietverliezen te kunnen opvangen. Maar bij het moederbedrijf van SNS, ASN Bank, BLG Wonen en RegioBank ging het tot nu toe wel om veel lagere bedragen. Het concern, dat zich probeert te onderscheiden met een maatschappelijk verantwoorde koers, is ook beduidend kleiner dan de andere grootbanken. Toch zal de Volksbank in komende jaren zijn resultaten moeten zien te verbeteren, om weer op eigen benen te kunnen staan. Het concern is al sinds de nationalisatie van het oude SNS Reaal in 2013 in handen van de Staat.