Opluchting op Wall Street na banenrapport

09 mrt 2018, 22:29 Zakelijk
opluchting op wall street na banenrapport
De aandelenmarkten in New York zijn vrijdag met stevige winsten het weekeinde in gegaan. Het maandelijkse banenrapport van de Amerikaanse overheid temperde de vrees voor een snel oplopende inflatie die de Federal Reserve, de koepel van centrale banken, zou kunnen aansporen tot een agressiever rentebeleid.
De Dow-Jonesindex, met daarin de dertig belangrijkste Amerikaanse beursfondsen, sloot 1,8 procent hoger op 25.335,74 punten. De bredere S&P 500 steeg 1,7 procent tot 2786,57 punten. De technologiegraadmeter Nasdaq won 1,8 procent en eindigde op een nieuwe recordstand van 7560,81 punten.
De werkgelegenheid in 's werelds grootste economie nam afgelopen maand veel sterker toe dan verwacht. Afgezien van de landbouw kwamen er in totaal 313.000 banen bij, veel meer dan een maand eerder. Maar ondanks de steeds krappere arbeidsmarkt bleef de loonontwikkeling juist achter bij de verwachting van economen
Dat laatste wijst op een nog altijd gematigde inflatie. Het banenrapport wordt gezien als een sterke graadmeter voor de Amerikaanse economie en heeft daarom veel invloed op het rentebeleid van de Fed. Algemeen wordt aangenomen dat de centrale bank later deze maand de rente verder zal verhogen. De vraag is vooral hoe lang de volgende rentestap op zich laat wachten.
Sterkste stijger in de Dow was Chevron met een plus van 3,4 procent. De oliemaatschappij mocht zich verheugen in een oplopende olieprijs. Machinebouwer Caterpillar en industriegigant General Electric waren eveneens gewild met koerswinsten tot 3 procent. Het slechtst presterende Dow-fonds was zorgverzekeraar UnitedHealth met een plusje van 0,3 procent.
Speelgoedmakers Mattel en Hasbro deelden niet in de feestvreugde op Wall Street. Zij werden respectievelijk 7,1 en 2,1 procent minder waard. Die koersdalingen volgen op het nieuws dat de grote speelgoedketen Toys 'R 'Us er niet in is geslaagd een oplossing te vinden voor zijn financiële problemen. Dat betekent dat de Amerikaanse winkels mogelijk de deuren voorgoed moeten sluiten.
De euro was 1,2310 dollar waard, tegen 1,2330 dollar aan het slot van de Europese beurshandel eerder op de dag. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 3,3 procent tot 62,10 dollar. Brentolie werd verhandeld voor voor 65,58 dollar per vat, een prijsstijging van 3,1 procent.