De inhaalslag van vrouwelijke veertigers op de arbeidsmarkt zet niet door. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) hebben nu relatief meer van deze vrouwen een baan dan in de jaren negentig. Maar de laatste tijd zijn de vrouwen nauwelijks meer ingelopen op hun mannelijke leeftijdsgenoten.
Het statistiekbureau keek voor dit vergelijkende onderzoek naar de arbeidsdeelname van 45-jarigen uit verschillende generaties. Ruim 57 procent van de vrouwen die tussen 1945 en 1949 zijn geboren, behoorde toen ze 45 jaar waren tot de werkzame beroepsbevolking.
Vrouwen die in de jaren vijftig het levenslicht zagen, deden het op hun 45e stapsgewijs wat beter. Maar bij de vrouwen met een geboortedatum in de jaren zestig stabiliseert de vooruitgang op het gebied van arbeidsdeelname, aldus het CBS. Van hen is ongeveer driekwart aan de slag.
Onder mannelijke veertigers is het aandeel werkenden al langer zeer stabiel. Bij alle onderzochte generaties had ongeveer negen op de tien mannen op hun 45e werk.